MaisonCaro’s voorstel voor het curatorschap en scenografie van het evenement ‘de makers’ tracht het idee van co-creatie op alle niveaus door te voeren, gaande van de organisatie in de vismijn over de inbedding in de stad tot de activering door de bezoeker. Maker City wilt het grote publiek aanspreken, inspireren en engageren met een laagdrempelig event. Laagdrempelig voor alle deelnemers; van de ondernemers, over de verkopers tot de bezoekers. Binnen deze editie van Maker City worden alle partijen betrokken in het maakproces vertrekkende vanuit de vooropgestelde sleutelbegrippen als decentralisatie, co-creatie en maakbaarheid.
In het weekend van 19 & 20 november 2016 zal de vismijn fungeren als één van de verkoops -en ondernemersbakens in Gent. In ‘het plein’ – dé centrale ruimte in de vismijn – zal een verschaalde versie van het evenement-principe worden opgebouwd onder de vorm van een scenografie; een concept die het marktidee omvormt in een totaalbeleving. In dit kader wordt elke ondernemer uitgenodigd om een specifiek en wervend element uit zijn of haar maakproces te laten opnemen. Deze elementen zullen op hun beurt deel uitmaken van een theaterervaring die de bezoeker zal warm maken om een persoonlijk parcours te volgen langs -en doorheen ateliers, werkplaatsen en verkooppunten in zowel de vismijn als verspreid in de stad.
In de Oude Vismijn maak je kennis met vijf MAKER toekomstbeelden. Want je kleding, vloer of fiets zal fundamenteel anders ontworpen en gemaakt worden. Je zal bewuster kiezen, producten anders gebruiken en aandacht hebben voor de Belgische maker en zijn visie. Maker City is een gratis event tijdens het openingsweekend van Hands on Design. Alle producten op Maker City zijn MADE IN BELGIUM Zo maak je kennis met de producten van morgen en de verhalen erachter op het plein, word je uitgedaagd om te proeven, mee na te denken of te participeren tijdens één van de vele sessies op de markt en kan je de producten van morgen aankopen in de shop.
De 5 MAKER toekomstbeelden zijn input voor
– het verzamelen van producten/services van bedrijven. Per bedrijf selecteren we één object (van grondstoffen over onderdeel tot afgewerkt product) dat tentoongesteld wordt op ‘het plein’.
– de schrijvers creëren een verhaal dat toegankelijk is voor het publiek. Op deze manier wordt een gedachtengang overgebracht. In wisselwerking met de objecten, zetten de teksten aan tot reflectie en ontdekking.
Toekomstverhaal 1 : What happens in Maker City doesn’t stay in Maker City.
We evolueren naar een (in theorie) extreem veilige maatschappij waarbij al onze bewegingen gemonitord worden en we vrijwel geen fouten kunnen maken. Big brother is watching en niet enkel vanuit de camera op het kerkplein…Met onze smartphones filmen we onregelmatigheden in onze omgeving. Er is meer dan ooit sprake van sociale controle. In de toekomst zullen we onze smartphone niet meer moeten activeren, maar zal hij standaard alles filmen ‘om het moment te herbeleven’. Al onze zintuigen zullen geprikkeld worden bij het ervaren van dit tijdstip in het verleden (zien, horen, ruiken, voelen, proeven).
De producten die ons omringen zijn slim en geconnecteerd. Big data wordt verzameld en verwerkt door bedrijven die met deze kennis producten maken die beter aansluiten bij de potentiële klanten. De producten zijn dus steeds een combinatie van hardware en software.
De focus ligt op mens-product (object) relatie (interactie).
Toekomstverhaal 2 : Amusing Ourselves to Death
Entertainment is big business. Zelf het nieuws wordt op een ontspannende manier geconsumeerd en door middel van de nieuwste technologieën (virtual en augmented reality) hoeven we ons niet langer te verplaatsen om op unieke plaatsen te komen (concert overleden idool, onderwaterstad Atlantis, huis dat te koop staat, top Mount Everest ….) De ontspanning komt niet langer na een inspanning en daarom is de ervaring minder diepgaand. We hebben nood aan een snellere afwisseling tussen de experiences.
Parallel aan het materiële leven ontstaat een virtueel universum waarin we iemand anders dan onszelf kunnen zijn. Waar we met dingen waar we ons in het dagelijks leven voor schamen, kunnen experimenteren. We kiezen zelf of en hoeveel we hierover delen.
We streven geluk na en pretenderen alvast op social media dat voor ons de zon altijd schijnt. Hierbij zoeken we verbondenheid onder elkaar, denk maar aan supporters of stadmarathonlopers. Merken spelen hier handig op in met hun zogenaamde fan-centric beleid. Belangrijk is om in dit massagegeven het individu voldoende aandacht te geven. Dit kan aan de hand van customisatie.
Toekomstverhaal 3 : The end of ownership. The enlarged lifecycle of products.
Leve het abonnement! We hoeven slechts één keer na te denken over wat we nodig hebben en bestellen het met een ritme van een kee.r per week of per maand. Tandpasta en andere hygiënische producten bijvoorbeeld worden aan huis geleverd. En als je niet thuis bent wanneer het pakje geleverd wordt, kan het in de intelligente brievenbus, die je least, gedropt worden. Bedrijven houden onze boodschappenlijst in de gaten en leveren ons gemak.
Producten huren van bedrijven, betekent dat je steeds een up-to-date versie tot jouw beschikking hebt en dat je niet langer te maken hebt met herstelling of afdanking. Deze visie verplicht bedrijven om na te denken over de levenscyclus van de producten die ze op de markt brengen : duurzamer, makkelijker te dessamembleren en te recylceren.
Een voorbeeld uit het toerisme, timesharing, wordt voortaan ook toegepast op werkvlak. Je hebt voor een lange periode toegang tot een plek die uitgerust is op al jouw noden. En anderzijds wordt jouw kennis ook op deze manier aan verschillende projecten (klanten) uitbesteed. Men neemt een abonnement op jouw kennis en tijd. Belangrijk toe te voegen dat de markt dit aanbod genereert en de consument hierop ingaat (er is een ander toekomstbeeld dat vanuit de bottom up initiatieven vertrekt).
Toekomstverhaal 4 : The end of globalisation. Human Scale.
In deze toekomstvisie geloven we dat mensen back to basic gaan. Er is wantrouwen in de economie en in de overheid. Wat we zelf doen, doen we beter (gezonder, efficiënter, relevanter). De mens-mens relatie staat centraal. We verbinden ons (tijdelijk) om een gemeenschappelijk doel te bereiken (ideologie). We willen zoveel mogelijk onafhankelijk zijn van grotere systemen die macht op ons kunnen uitoefenen. Energiefactuur die stijgt? Raakt ons niet, want we voorzien onze elektriciteit zelf en verbruiken bovendien zo weinig mogelijk.
We luisteren naar onze natuurlijke behoeften en laten ons niet verleiden door reclame. We gaan voor lokale productie (van lage volumes) in combinatie met consuminderen. Want naast duurzamere producten kopen moeten we ook onze mentaliteit & gewoonten aanpassen.
Wetenschap en technologische vooruitgang staan hier niet lijnrecht tegenover, maar kunnen een katalysator zijn voor het sustainable maken van ambachtelijke processen.
Toekomstverhaal 5 : Wealth is Health is Wealth.
Een gehypte aandacht voor onze gezondheid uit zich in een massale start-to-sport beweging en het letten op onze voeding. Bij alles wat we doen of nuttigen willen we de impact op ons lichaam en geest weten. Tien minuten hotyoga is effectiever dan één uur yoga op kamertemperatuur? De afweging is snel gemaakt en de meerprijs wordt met een glimlach betaald.
Mensen die uit gemakzucht de lift nemen (zitten is het nieuwe roken) of een broodje met mayonaise eten, worden met een scheef oog bekeken. Moeten we straks echt met hen een onverluchte vergaderzaal in? We letten dus niet alleen op onze eigen gezondheid, maar ook op die van anderen.
Hoe kunnen we ‘gezond zijn’ onmerkbaar integreren in ons dagelijks leven? Wie levert ons gezonde fastfood aan toegankelijke prijzen? In dit toekomstbeeld is ook aandacht voor natuurlijke, gezonde schoonheid (leve de blosjes op de kaken, weg met het onrealistische schoonheidsideaal).
Stories :
1. by Laurence Van Elegem
Ik ben verbonden
Vandaag krijg ik een nieuw robothart. Officieel heet het een pacemaker, maar toen ik elf was, vertelde mijn vader me iets wat een diepe indruk op me naliet: “Jij bent bijzonder. Je hebt het hart van een robot.” Het was zijn antwoord op mijn frustratie, toen opnieuw werd bewezen dat ik anders was. Niet dat het me toen veel had getroost, maar het is me altijd bijgebleven. Een robothart. Nog voor het wereldwijde web bestond. Nog voor we gehuurde luxetenten met onze gsm konden openen. Nog voor we androïde machines hadden die onze zieken verzorgen. Ik ben dus al lang verbonden. Met mensen. Met technologie. En dankzij technologie, met mijn bestaan. Misschien daarom dat het digitale voor mij iets anders betekent. Het is geen luxe. Het is leven.
In 1984 was ik tien jaar oud en liet mijn hart het afweten. Als ik 50 jaar eerder geboren was geweest, leefde ik niet meer. Nu wel. Nu heb ik een kloppend hart, een vrouw, een kat, een huis, een platencollectie en twee kinderen. Jade en Felix. We weten bijna alles over elkaar. Bijna. Want alles weten is niet gezond. Ik zie hoe mijn vrienden zich daar zorgen over maken. Omdat we online én in de fysieke wereld overal sporen nalaten. Ik geloof echter niet in beter of slechter dan vroeger. Het is gewoon anders.
Ja, we kunnen steeds minder verborgen houden. Maar dat konden we 150 jaar geleden in een piepklein dorpje ook niet. En ja, wie alle puzzelstukjes van ons online bestaan samenlegt, kan onze identiteit overnemen. Maar vandaag kunnen we voor de slachtoffers van een aardbeving razendsnel een nieuw huis maken met een metershoge 3D-printer. Onze sleutelhanger kan de veiligheidsdiensten contacteren als we in gevaar verkeren. We weten ook perfect hoeveel elektriciteit we verbruiken en bij welke leverancier we best zitten om geld te besparen. We kunnen onszelf, elkaar en de wereld beter helpen. Maar inderdaad, … daarvoor geven we onze privacy op.
Ik vraag me af wat we binnen 50 jaar zullen denken over technologie? Tegen dan kunnen we informatie opladen in ons brein en wordt dat dus eigenlijk een computer. Dàn zullen we pas echt verbonden zijn. Letterlijk. We zullen ook in staat zijn om volledig nieuwe parallelle werelden te creëren waardoor wat we nu onder “realiteit” verstaan, volledig zal veranderen. Dat zie ik trouwens nu al, wanneer mijn zoon Felix speelt met de interactieve 3D-figuurtjes uit zijn kinderboekjes. Hij denkt helemaal anders na over wat “echt” is en wat niet. Ik ook, maar voor een andere reden.
Mijn hart is echt, … omdat het klopt. Ook al krijgt het daarvoor hulp van een machine. Het is wat mij een mens maakt. Ik dacht hier veel over na, de voorbije dagen: over verbinding, digitaal, dingen en mensen. Zo heeft iedereen het over Internet der Dingen. Omdat het ‘dingen’ zijn die met elkaar verbonden worden. Ik noem het Internet der Mensen. Omdat het tenslotte om ONS draait: wat WIJ met technologie doen. Verandering kan je niet tegenhouden. Wel hoe je ermee omgaat. Ook al zijn we er niet altijd gerust in. Zoals ik nu. Wachtend op mijn kraakwit bed. Wachtend op een nieuw robothart. Wachtend op verbinding.
2. by Elien Haentjens
Samen maken we er het meest unieke van U daar. Wacht een momentje. Niet zo snel. Neem maar wat tijd om beter te kijken, en eventjes écht stil te staan. Ziet u die zetel? Ik heb hem zodanig ontworpen dat u er zelf één kan samenstellen die perfect in uw woonkamer past. Hoe ik dat gedaan heb? Ten eerste heb ik voor ieder wat wils: een knus, gezellig model, eentje met veel kussens voor de romantici en een meer stoer, industrieel exemplaar. Binnen elk model kan je eindeloos combineren met modules, maar ook met pootjes en stofjes. En zo geef ik je de kans om helemaal zelf je eigen unieke sofa samen te stellen. Of ziet u die bank? Ook die heb ik zo bedacht dat u ze op basis van uw eigen noden kan samenstellen. Als u jong bent, en nog niet zoveel geld verdient, kan u met de drie modules een lekker romantische loveseat bouwen. Komt er van al die liefde een kindje? Maakt u zich dan vooral geen zorgen over de bank. Gewoon enkele modules bijbestellen, en ze is in een handomdraai uitgebreid. En als de kinderen na twintig jaar het nest uitvliegen, dan geeft u ze toch gewoon een stukje bank mee? Houdt u ervan dat alles netjes op orde ligt, en u het tegelijk binnen de kortste keren weet te vinden? Dat uw keuken bijvoorbeeld functioneel is ingericht en perfect inspeelt op uw behoeftes? Dan is de lade die u daar ziet ongetwijfeld iets voor u. Want deze lade is één van de 48.000 miljard mogelijke lades die ik, samen met de gespecialiseerde ambachtslui in de fabriek en hoogtechnologische machines, speciaal voor u maak. U wil een bepaalde kleur, maat of materiaal? U vraagt, wij maken. Voor u, maar ook voor uw kinderen. Want deze lades gaan generaties lang mee. Maar niet alleen voor uw interieur maak ik maar wat graag meubels op maat. Ook uw eigen lichaam verdient niets minder dan perfectie. Van kop tot teen. Daarom ontwikkelde ik speciaal voor u een bril die u dankzij 3D-printing helemaal volgens uw eigen smaak en noden kan customizen. Gedaan met urenlang monturen passen bij de opticien. U kiest gewoon een van de basismodellen en laat die helemaal op uw maat personaliseren. En weet u wat? Met veel plezier print ik er zelfs uw naam in. Of heeft u het liever een beetje gezellig ouderwets? Dan help ik u maar wat graag om uw perfecte stalen ros in elkaar te botsen. Samen kiezen we het frame, en alle onderdelen. Vakmensen met tonnen ervaring doen de rest. Deze fiets wordt er zonder meer eentje om mee uit te pakken. Maar ook dat lingeriesetje is er een uit de duizend: met veel liefde heb ik het speciaal op basis van uw verhaal met de hand gemaakt. Want ik wil dat u zich als vrouw zelfbewust en sterk voelt, dat u durft om uw eigen persoonlijkheid in alle vrijheid te verkennen en te laten zien. Ook mijn broches dragen daartoe bij: ze zijn stuk voor stuk uniek, maar verbinden tegelijk alle vrouwen die ze dragen. Want u en ik, klant en maker, samen maken we er het meest unieke van. Samen zijn we sterk.
3. by Luanda Casella
The near-future has arrived. The far-future tickles beyond imagination.
You enter the serpent elevator, you push the button and up you go. Thirty, forty floors towards the sky. Thirty, forty years into the near-future. You climb the highest building, you look out the window and what you see is rather exciting: a sea of bristling skyscrapers that spiral down into the ground proudly parading their technological complexity. The streets no longer lay like doormats, they plunge many stories down into the earth, embracing the metropolitan traffic with its orange-yellow sodium-vapor streetlights, high-tech trains, delivery drones and self-driving cars. You see busy intersections sheltered by hovering cycling infrastructures, roundabouts that are now called ‘turbine interchanges’, you see cable bridges and metro-cable cars trying to knit the fractured city together. The near-future city of your mind is environmentally sound. The local government has replaced imported plants with native flora, there are community gardens everywhere and people talk about green climate, water systems and the new Mecca for our number-one unholy problem: an underground network of pneumatic tubes that sucks 600 tons of trash everyday. The near-future city of your mind still responds to some historical continuity, but its inhabitants are all newcomers. They care less for tradition than for style. The near-future city is new — just as everybody’s state of mind is new, and their God is (so far) technology! People walk fast. Hurriedly, they move through metal gangways and swift-moving pavements. They meet an acquaintance, they rise their eyebrows and the only question they can come up with is: ‘Have you been busy?’. People live in ‘connected’ homes, shape-shifting apartments that overcome their tiny dimensions via moving walls, folding beds, and magic hiding cabinets. Their wooden floors are directly linked with forest management. Their tabletops are put together with bio-based mixtures for glues supplied by companies using their own waste material. Their techie-kitchen keeps track of the food that has gone bad and orders fresh fruit and vegetables from wholesalers being inventive in keeping the ecological footprint as low as possible! Lights go on and off! The climate manages itself! And water is always given to the plants! People are perpetually working, out of their garages, in cafés, in the park. Though the good news is that products stop being the sort of ‘organized problem’ they are today. In the near-future city, people don’t ask ‘how long their car will last’ anymore, or their washing machines, phones, computers…In the near-future city, ‘ethics’ and ‘ecology’ are more than buzz-words. Products become a service, consumers become users: you don’t buy a fridge but cooling, you don’t buy bulbs, but light. Things go from disposal to hyper durable. ‘Upcycling’, ‘renewable alternatives’; the ultimate word in the near-future city is ‘sustainability’. Even fashion becomes environmentally friendly. People don’t own their clothes anymore; they rent it, trade it, or throw it in an organic compound disposal. Yes, biodegradable textile that is produced near you contribute greatly to the end of contemporary slavery! The near-future city of your mind is thrilling! And it is made by responsible companies looking after their consumers, delivering quality, preparing themselves for the far- future city where resources will be extremely limited. Still leaning against that window, you stop to check your vital signs. Your heart is beating fast, and your bio- stamp medical tattoo signals 130 beats per minute. You’re about to get dizzy and the world already knows it. That’s when you place yourself in this new existence. And, whether you like or not, you realize the near-future has arrived and the far-future tickles beyond your imagination: You will soon be connected to 5000 things through a network of one hundred trillion sensors and
4. by Koen Peeters
(Kleur is waar het licht in valt)
Mijn beste vriend is zijn vriendin kwijt, en hij is er de put van in. Wat zeg je aan zo iemand? Dat het wel over zal gaan? Dat hij herinnering en begeerte niet mag vermengen? Zoiets? Ik ga hem bezoeken, en loop door de oude winkelstraat. Ooit was dat hier een glorieus walhalla van koopplezier. De ene winkel naast de andere. Met Kerstmis hingen hier lichtslingers als huldebogen. En soms was het braderie, en altijd was er reclame. Want: reclame is succes. Nu zijn de etalages pijnlijk leeg met zo zichtbaar bloot hun kale interieur, dat het voor elke passant gênant is. Zure affiches Te huur, en Over te nemen. Sanseveria’s, die overleven zonder de liefde van de klant. Mijn beste vriend is zijn vriendin kwijt en ik zei: oei, wat erg, wacht, ik kom af. Maar wat zeg ik hem? Dat de wereld doordraait, dat het nog goed komt, of: niet erg, want er zijn nog schone vrouwen. Ai mijn beste, je bent godomme gedumpt, en op dàt onnozele moment gebeurt het, dat een auto langskomt met open ramen en daaruit waait het onnozelste der kampvuurliedjes, het oorwurm-wiegelied van de country-kitsch, van Bing Crosby of Johnny Cash you are my sunshine, my only sunshine en op datzelfde moment van zwakheid of vertwijfeling, valt de zon door de wolken. De zon zegt: allez, vooruit, you make me happy Je vangt de zon op je gezicht tussen de schaduwen door when skies are grey. Ik bezie de oude winkels en het is de zon die daarop schijnt. Dan denk ik: kleur is waar het licht in valt, als een klaroenstoot, een wake-up call. Ik pulk wat verf af van een oud houten rolluik, om straks mijn vriend dat stukje kleur te geven. Kijk ’s, mijn beste, wat een wonderlijk fluorescerend groen. En kijk ’s die tekening op dat tafelblad. En tiens, dat grote meubelmagazijn is intussen een atelier waar ze online meubelontwerpen frezen, en zie, ze plukken onkruid, waarmee ze zelf hun gin brouwen. Gin! Zo opnieuw moet jij ook beginnen, mijn beste. Waarom? Omdat kleur is waar het licht in valt. Omdat er iets is in de tijd. De tijd die ik hier loop zijn de voorbije jaren. Misschien is het nù allemaal aan het gebeuren in deze oude huizen en ateliers. De oude typmachinewinkel is weg, net als het reisagentschap, en de videotheek is een fietskoerier, de warme bakker een yoga-centrum, en hier upcyclen ze hout en metaal tot nieuwe buitenmeubels. Back-to- basics. En kijk de zon breekt door, mijn beste. Kleur is waar het licht in valt. Alles komt terug, heeft waarde, wordt herdacht en hergebruikt. Misschien, misschien worden de dingen dan wel eerlijk, en schoon, en groen, en slim en portable. We repareren, wow, van oude baches van camions maken ze flashy draagtassen. We leren weer houtentiek hout bewerken. En van die oude affiche scheur ik het jongemeisjesroze. Want was dat niet Picasso, die zei Là où il y a du gris, je mets du rose?
5. by Anne Davis
Mijn kleindochter is elf en ze heeft lang blond haar en hoge veulenbenen. Ze weet niet hoe mooi ze is en dat maakt haar prachtig. Ze leest Shakespeare en Harry Potter, en ze houdt van nagellak en muziek en van de kikker die in de vijver in de tuin woont. Ze is nog even een klein meisje, maar als ik mijn ogen half dichtknijp, zie ik de vrouw die ze worden zal. Mijn kleindochter is de toekomst, en die toekomst is al begonnen. Niet dat mijn kleindochter dat weet. Ze is elf en als je elf bent, leef je vandaag, en ben je hooguit onderweg naar morgen. Maar de kans is groot dat ze honderd zal worden, of misschien wel meer, want zo is dat, bij haar generatie. Mijn kleindochter leeft vaak per ongeluk gezond. Ze weet niets van trends, maar ze eet geen dieren omdat ze van de kikker in de tuin houdt, en van paarden en varkens en al wat leeft. Ze weet van quinoa en linzen omdat haar moeder haar dat geleerd heeft, en ze wil niks met palmolie omdat haar vader haar verteld heeft dat dat slecht is voor het regenwoud. Maar soms wil ze snoep, en taartjes met veel suiker, en zo moet dat als je elf bent. Want de hypes van clean food en alkalisch eten gaan volledig aan haar voorbij, en van tarwegras of kiemen heeft ze nog nooit gehoord. Later, als ze groot is, zal ze hopelijk beseffen dat een beetje van alles goed voor je is, en dat je mateloos genieten kan van gezond en met mate. En dat taartjes ook lekker kunnen zijn zonder vijf scheppen suiker. Als mijn kleindochter groot is, zal ze in haar badkamer staan, in haar eigen huis, dat ze misschien wel zelf gebouwd heeft. Want ze wil architect worden, en huizen tekenen op mensenmaat, gebouwd met duurzame materialen die de natuur niet schaden. In die badkamer van haar huis zal ze omringd zijn door de nieuwste snufjes: een douche die je niet alleen wast, maar ook droogt misschien, of een bad dat zichzelf schoonmaakt na gebruik. Een spiegel waarmee je jezelf aan de voor- én de achterkant tegelijk kunt bewonderen. Maar als ze in de spiegel een gezichtscrème smeert zal ze zich geen zorgen maken over de schadelijke stoffen die er in zitten. . Want als mijn kleindochter volwassen is, zal de wereld zijn gaan beseffen dat de producten die we gebruiken goed moeten zijn voor zowel mens als milieu. Dat zal de echte vooruitgang zijn: dat 'gezond' het nieuwe 'mooi' is geworden. Mijn kleindochter zal kiezen voor de échte kwaliteit: levenskwaliteit. Ze zal tijd nemen om zomaar even niets te doen, want niets kan een kostbaar iets zijn. Ze zal ruimte maken in haar leven om te luisteren naar muziek of naar de stilte, of naar de kikker in de vijver. Om met haar vrienden thuis te relaxen, met een drankje. En dat huis zal soms (kraaknet) gepoetst zijn , en zo nu en dan ook niet. Want dat zijn keuzes die ze maken kan, en keuzes zijn de echte vrijheid. Mijn kleindochter is de toekomst, en de toekomst is goed.